Discussiëren

Soms word je boos omdat het niet goed lukt om precies te zeggen wat je vindt of denkt. Of je krijgt het gevoel dat er niet naar je geluisterd wordt. Discussiëren kan soms lastig zijn. Maar je kunt het wel leren.

Discussiëren doe je als je een verschil van mening hebt. Met alleen maar roepen ‘ik vind dat ik meer zakgeld moet krijgen’ of ‘wij willen langere pauzes’ krijg je geen gelijk. Je moet argumenten kunnen bedenken waaróm je iets vindt. Als iemand anders een andere mening heeft, moet je kunnen uitleggen waarom jij het daar niet mee eens bent.

Wat moet je kunnen?

Als je discussieert, probeer je de ander te overtuigen. Je bent in staat je mening te geven en je standpunt te verdedigen. Daarvoor heb je argumenten nodig. Tegelijkertijd ben je in staat op de argumenten van iemand anders te reageren. Je moet dus ook goed kunnen luisteren en snel denken.

Samenwerken

Als je samen aan een project of opdracht werkt, zal je het niet altijd eens zijn met elkaar. Maar je moet er wel samen uitkomen. Door te discussiëren over hoe je iets moet aanpakken, wat je daarvoor nodig hebt en waarom je ergens voor gekozen hebt, wordt de kans op een goed eindresultaat groter.

Spelregels

Zonder spelregels kan een discussie gauw uit de hand lopen. Wat moet je doen om een discussie goed te laten verlopen?

  • Laat elkaar uitpraten.
  • Luister naar elkaars argumenten
  • Stap open voor elkaars mening
  • Geef argumenten die met de inhoud te maken hebben, speel niet op de persoon
  • Blijf bij het onderwerp van de discussie
  • Iedereen is gelijk, niemand is de baas
  • Denk goed na, voordat je iets zegt, jouw argumenten moeten kloppen
  • Discussieer niet om te winnen, het gaat erom dat je samen verder komt

Bronnen: