Feedback geven en ontvangen

Je leert door iets te lezen, op te zoeken, op te schrijven etc. Ook van andere mensen kun je veel leren. Feedback van docenten en medeleerlingen kunnen je helpen, aanmoedigen, laten nadenken en bijsturen. Feedback krijgen en geven is een belangrijke vaardigheid; niet alleen op school maar ook in werksituaties.

Feedback betekent letterlijk ‘terugkoppeling’. Je laat de ander weten hoe je zijn of haar boodschap hebt begrepen. Je laat merken welk effect het op je heeft en wat je ervan vindt. Je maakt duidelijk wat je van iemands gedrag vindt.

Feedback geven we de hele dag door. Bijvoorbeeld als iemand je onverwacht opbelt en jij spontaan reageert met: “wat leuk dat je me belt.” Of iemand geeft je een cadeautje dat recht in de roos is, waarop je zegt: “dat had ik nou net nodig”. Moeilijker wordt het als je dat cadeautje niet leuk vindt. Wat zeg je dan?

Feedback is bedoeld om de ander te helpen beter te worden. Niet om iemand te straffen of op fouten te wijzen. De kunst is feedback te geven in de vorm van tips en suggesties. Zodat iemand het de volgende keer beter kan doen.

Als docent wil je leerlingen vaak zo snel mogelijk de juiste richting laten opgaan. Je bent geneigd ze te waarschuwen voor valkuilen en te corrigeren door de ‘juiste’ oplossing te geven. Met goede feedback leren leerlingen zelf na te denken en problemen op te lossen. Ze leren nieuwe dingen te ontdekken. Daarmee vergroot je hun leerkansen.