Struikelblokken in het mbo
De overstap van het vmbo naar het mbo brengt de nodige veranderingen met zich mee. Denk aan de schaalgrootte en het beroepsgerichte karakter van het onderwijs. Vaak struikelen jongeren in het eerste jaar van het mbo over competenties zoals communiceren en sociaal vaardig zijn.
In het vmbo is het onderwijs duidelijk en gestructureerd. De lesstof is overzichtelijk en behapbaar; leerlingen krijgen kleine, overzichtelijke opdrachten. Docenten zijn doorgaans binnen handbereik en bieden waar nodig extra ondersteuning. De nadruk ligt minder op het leerproces en meer op het eindresultaat.
In het mbo is dat min of meer andersom: daar ligt de nadruk meer op het leerproces en minder op het eindproduct. Jongeren zijn zelf verantwoordelijk voor hun leerproces. Hierover worden ook vragen gesteld. Ze moeten bijvoorbeeld kunnen aangeven hoe bepaalde keuzes zijn gemaakt en waarom een bepaalde werkwijze is gevolgd. Daarbij is het goed kunnen verwoorden van het eigen leerproces van groot belang.
Competenties waarop in het mbo-onderwijs veelvuldig een beroep wordt gedaan zijn:
- effectief informatie zoeken en vinden (digitale bronnen raadplegen)
- communiceren (goed luisteren, assertief zijn, feedback geven en ontvangen)
- sociaal vaardig zijn (kunnen samenwerken, omgaan met conflicten, sociaal gedrag tonen)
Vmbo-ers die in het eerste jaar van het mbo uitvallen, struikelen vaak over deze mbo-competenties. Door hieraan meer aandacht te besteden in het vmbo, neemt de kans op het behalen van een startkwalificatie toe.